Onderwerpen

Veelgestelde vragen

Welkom bij de veelgestelde vragen pagina van de glasindustrie! Bij Ben Evers vinden we het belangrijk om onze klanten zo goed mogelijk van dienst te zijn en daarom hebben we deze pagina gemaakt om u te helpen antwoorden te vinden op de meest gestelde vragen binnen de glasindustrie. We begrijpen dat het kiezen van het juiste type glas of het vinden van de beste glasoplossing voor uw project uitdagend kan zijn.

Daarom hebben we deze pagina samengesteld om u te helpen bij het beantwoorden van de meest voorkomende vragen die we ontvangen over ons glas en onze glasdiensten.

Isolerend dubbelglas en HR++-beglazing

Condensvorming aan de kamerzijde ontstaat meestal bij een lage buitentemperatuur en een hoge relatieve luchtvochtigheid in de woning. Het aanwezige vocht condenseert dan tegen het glasoppervlak. Met HR++-beglazing is het risico van condensvorming het kleinst, enkel bij een zeer hoge luchtvochtigheid is condensvorming nog mogelijk. Bij standaard isolerend dubbelglas en zeker bij enkele beglazing zal veel eerder condens aan de kamerzijde ontstaan, dit is echter geen fout in het product.Eventuele condensvorming is te voorkomen door goed te ventileren. Zeker als u uw bestaande beglazing laat vervangen, moet dus goed gekeken worden naar de mogelijkheden om te ventileren.

Soms zijn in het glas olieachtige vlekken zichtbaar. Als u op het glas drukt en de vlekken verplaatsen zich, dan is er sprake van interferentie. Dit is geen fout in het product, maar een natuurkundig verschijnsel. Onder een bepaalde lichtval kan glas werken als een prisma en splitst het glas het daglicht in verschillende kleuren. Dit wordt aan het glasoppervlak zichtbaar als olieachtige vlekken, stroken of cirkels. De kans op deze kleurvlekken bij isolerend dubbelglas wordt kleiner als de glasbladen onderling verschillen van dikte. Dit is meestal het geval. Bij HR++-beglazing vermindert de aangebrachte coating de kans op deze kleurvlekken al fors.

Thermische breuk in glas ontstaat door temperatuurverschillen in het oppervlak van het glas. Wanneer er een temperatuurverschil van meer dan 30˚C ontstaat, kan een ruit op een bijzondere manier breken. Dit noemt men een thermische breuk.Een thermische breuk heeft een speciaal breukpatroon en is niet te vergelijken met het breken van glas door bijvoorbeeld het inslaan van de beglazing. Een thermische breuk is te herkennen aan één breuklijn die 10 mm loodrecht vanuit de rand van het glas begint en daarna in een grillige vorm verder loopt. Of er sprake is van een thermische breuk kan het best door een vakman worden beoordeeld.Een thermische breuk is geen productfout, maar het gevolg van sterke temperatuurverschillen in het glas. U kunt de kans op thermische breuk fors verkleinen door:- jaloezieën, lamellen of overgordijnen op enige afstand van de beglazing te plaatsen;
– verwarmingselementen niet te dicht bij de beglazing te plaatsen;
– de beglazing niet te beschilderen of te beplakken met plakfolie;
– geen grote voorwerpen te plaatsen aan de binnenkant, dicht achter de beglazing;De kans op thermische breuk kan aanzienlijk verkleind worden door gehard glas toe te passen. Gehard glas is speciaal behandeld glas dat tegen veel grotere temperatuurverschillen kan en minder gevoelig is voor een thermische breuk. In situaties waar het glas te maken kan krijgen met grote temperatuurverschillen is het raadzaam gehard glas toe te passen.Een ander belangrijk voordeel van gehard glas is dat het veiligheidsglas is en bij breuk in kleine veilige korrels uiteen valt en dus geen ernstig letsel veroorzaakt.Voor informatie hierover verzoeken wij u contact op te nemen met onze afdeling verkoop.

Door het GBO en Kenniscentrum Glas is een richtlijn opgesteld met daarin eisen en methoden voor het beoordelen van de visuele kwaliteit van het glas, afgeleid van de Europese productnormen. Het behandelt slechts enkele visuele aspecten en dient ter indicatie. Voor een officiële beoordeling dient altijd de betreffende productnorm gehanteerd te worden. Deze beoordelingsrichtlijn is vooral bedoeld om vooraf te beoordelen of een klacht terecht is, waarmee tijdverlies, ergernis en kosten door onterechte claims op garantie bij de oplevering van woningen voorkomen kunnen worden.Indien u deze richtlijn wilt ontvangen, verzoeken wij u contact op te nemen met onze afdeling verkoop.

HR++ beglazing is Hoog Rendements beglazing waarbij de isolatiewaarden van het isolerend dubbelglas kleiner of gelijk is aan 1,2 W/m²K.


Eisen voor HR++
De eisen voor de HR++ aanduiding komen voort uit de Beoordelingsrichtlijn BRL 2202 en gelden voor producenten die hun glas onder het Kiwa KOMO-productcertificaat “Warmtereflecterend isolerend dubbelglas voor thermische isolatie” leveren. Voor de traceerbaarheid worden er ook eisen gesteld voor de aanduiding HR++. Het merk HR++ moet volgens de BRL 2202 op deugdelijke en duidelijke wijze op het product worden aangebracht. Echter dit hoeft niet persé op de afstandhouder in de spouw van het isolerend dubbelglas te staan, maar mag ook bijvoorbeeld op de sticker worden vermeld. In het algemeen brengen de meeste producenten het HR++ merk aan op de afstandhouder in de spouw.Het kan dus voorkomen dat er geen HR++ merk op de afstandhouder aanwezig is en de sticker, (waar de producent het HR++ merk waarschijnlijk wel op had vermeld), bij oplevering reeds verwijderd is. Meestal staat er dan wel een (productie)code op de afstandhouder. Op basis van deze code weet de producent welk type glas is geleverd. Ook kan er altijd naar het KOMO-certificaat gevraagd worden dat bij het glas hoort.Staat er helemaal niets op de afstandhouder dan is in zo’n situatie het helaas niet meer mogelijk om op eenvoudige wijze te controleren of het glas inderdaad HR++ beglazing is.

Veiligheidsglas

Veiligheidsglas of veiligheidsbeglazing, ook wel letselwerende beglazing genoemd, is de algemene benaming voor glas dat een letselwerend breukgedrag heeft.Standaard glas oftewel floatglas heeft de eigenschap dat er bij breuk grote scherven ontstaan. Dit breukgedrag kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel zoals gevaarlijke snijwonden. Er zijn ook glassoorten waar bij breuk geen risico is op ernstig letsel. Deze glassoorten hebben een letselwerend breukgedrag.Wanneer glas veiligheidsglas genoemd mag worden, is in een norm (NEN 3569) vastgelegd. Op basis daarvan kunnen twee soorten veiligheidsglas onderscheiden worden:

Gehard glas:
Thermisch gehard veiligheidsglas is floatglas dat extra thermisch is behandeld. Het floatglas wordt eerst verhit bij meer dan 600°C en vervolgens bij een zorgvuldig gecontroleerde snelheid snel afgekoeld. Hierdoor krijgt het glas zijn speciale eigenschappen. Bij breuk valt gehard glas in kleine veilige korrels uiteen die geen ernstige schade veroorzaken. Voorbeelden van toepassing met gehard veiligheidsglas zijn bijvoorbeeld; zijruiten van auto’s, bushokjes, hardglazen deuren, etc. Het voordeel van thermisch gehard veiligheidsglas is dat het ook bestand is tegen grotere temperatuurverschillen dan “gewoon” floatglas.

Gelaagd veiligheidsglas:
Gelaagd veiligheidsglas bestaat uit minimaal 2 glasbladen met daartussen een taaie kunststof folie (meestal een PVB folie). Deze folie zorgt ervoor dat bij breuk het glas bij elkaar wordt gehouden. Hierdoor ontstaan er bij breuk geen gevaarlijke scherven en is er dus geen risico op ernstig letsel. Gelaagd veiligheidsglas heeft als voordeel dat de ruit bij breuk niet uiteen valt, maar één geheel blijft. Hierdoor ontstaat er bij breuk dus ook geen grote opening.

In de NEN 3569 is op basis van het breukgedrag van het glas bepaald welk glas veiligheidsglas (letselbeperkend glas) genoemd mag worden. In december 2011 is van deze norm een nieuwe versie verschenen.Volgens de nieuwe versie kan glas alleen nog maar letselbeperkend zijn, indien het glas voldoet aan klasse 2B2 of 1C3 conform NEN- EN 12600 (kruiwagenwielslingerproef). De draadglassoorten die in Nederland nog worden toegepast halen niet deze classificatie en mogen daarom niet meer als letselbeperkend glas worden toegepast.

In een eerdere versie van de NEN 3569 kon draadglas (dat in de regel voldoet aan klasse 3B3) alleen worden toegepast ter plaatse van ontsluitingswegen en waarbij de onderzijde van het draadglas niet onder de 850 mm hoogte ten opzichte van de aansluitende vloer, het aansluitende terrein of het aansluitende water werd geplaatst.

Op basis van de nieuwste NEN 3569 kunnen feitelijk twee soorten glas veiligheidsglas zijn:
-PVB-gelaagd veiligheidsglas dat voldoet aan klasse 2B2;
-thermisch gehard veiligheidsglas dat voldoet aan klasse 1C3

De NEN 3569 “Vlakglas voor gebouwen – Risicobeperking van lichamelijk letsel door brekend en vallend glas – Eisen” van december 2011 schrijft voor in welke situaties letselbeperkend glas moet worden toegepast. In vergelijking met een eerdere versie van deze norm (uit 2001) is duidelijker omschreven of het glas aan 1 of 2 zijden veiligheidsglas moet zijn.

De norm geldt als het glas bereikbaar is voor personen. Dat is het geval als personen binnen een afstand kleiner of gelijk aan 0,85m bij de ruit kunnen komen. Indien glas dus van beide zijden bereikbaar is, dan dient het glas ook aan beide (stoot-) zijden veiligheidsglas te zijn. Isolatieglas moet dan aan beide zijden letselveilig worden uitgevoerd.

De norm stelt expleciet dat bij deurenconstructies (=een deur inclusief kozijn, zij- en bovenlicht en raampanelen) altijd beide zijden stootzijden zijn.

Uitzonderingen zijn situaties waarbij men uitsluitend beroepsmatig zich bij het glas zal begeven, zoals voor onderhoud en reparatie. Een glazenwasser zal zich voor het reinigen van het glas aan de buitenzijde van een gevel begeven, waar normaal geen personen komen.

Overig

Cementstrepen op glas ontstaan daardat het glas blootgesteld wordt aan cementstof en kalkhoudend water. Door het langdurig blootgesteld worden aan deze afzetting, kan er op het glas zelfs schade ontstaan. Deze schade noemt men ook wel etsschade.

Etsschade ontstaat door de inwerking van alkalische stoffen op glas. Dergelijke stoffen (overwegend kalk) zijn aanwezig in veel steenachtige materialen, maar vooral in cementhoudende mengsels, zoals mortel en beton. Vandaar dat etsschade vrijwel uitsluitend optreedt bij gevels waarin cementgebonden materialen zijn verwerkt. Cementstrepen en etsschade verminderen het doorzicht van glas en zijn esthetisch niet fraai.

Het ontstaan van cementstrepen is geen fout van het glas, maar meestal een onjuiste of onzorgvuldige uitvoering van de detaillering of constructie, waardoor het glas in contact komt met cementstof en kalkhoudend water, meestal doordat de afvoer van het hemelwater via de gevel over het glas loopt.